Sociale impact van de gebouwde omgeving

Rockwool-Illustratie.jpg

In de bouw wordt tussen energiebesparing en duurzaamheid al gauw een isgelijkteken geplaatst. Maar is dat wel terecht? Want wat hebben energieprestaties te zeggen als productieprocessen vervuilend zijn of als bijvoorbeeld de veiligheid van gebruikers in het geding is? ROCKWOOL ontwikkelde met AQSI een innovatieve tool die de werkelijke impact van gebouwen inzichtelijk maakt.

Wat laat deze case zien?
Verduurzaming van de gebouwde omgeving komt niet alleen neer op groener en zuiniger. Sociale impact is een essentieel onderdeel van een werkelijk duurzame sector. ROCKWOOL zet een belangrijke stap in het meten en inzichtelijk maken van die impact.

AQSI staat voor Assessing and Qualifying on Social Impact of buildings. De tool beschrijft en kwantificeert de sociale impact en prestaties van nieuwe en bestaande gebouwen. Energiezuinigheid is daar een onderdeel van, maar ook veiligheid, gezondheid en comfort, onderhoud, aanpasbaarheid, toegankelijkheid en de impact op de directe omgeving kunnen met behulp van AQSI in kaart worden gebracht.

“Onze branche telt steeds meer (commerciële) keurmerken die insteken in op duurzaamheid. De gebouwde omgeving is bedoeld voor mensen om te werken, wonen en recreëren. Duurzaamheid draait om People, Planet en Prosperity. De dagelijkse praktijk is echter anders. Discussies over duurzaamheid gaan primair over energie en materialen, met de haalbare business-case als scherprechter. Prima voor Planet en Prosperity, maar waar zijn de People? Gebouwen hebben invloed op mensen, op ons comfort, onze gezondheid, onze veiligheid, kortom op ons welbevinden. De invloed van onze gebouwde omgeving op ons allemaal is enorm: dat is de sociale impact. Maar ook de milieubelasting van het productieproces, eerlijke handel en transparant ondernemerschap zijn minstens zo relevant”, zegt Director Public Affairs Hannie Stappers bij ROCKWOOL. “Je moet je bewust zijn van de impact van je organisatie , dat bepaalt je bestaan.”

Inzicht
Het inzichtelijk maken van daadwerkelijke impact levert verrassende inzichten op, weet Stappers. ROCKWOOL onderzocht bijvoorbeeld de maatschappelijke kosten van geluidsoverlast voor Nederland: 2,5 miljard euro per jaar. Directe brandschade kost de maatschappij nog eens een miljard euro. “Dergelijke inzichten zijn ontzettend waardevol. Ze geven focus voor de ontwikkeling van de gebouwde omgeving”, zegt Stappers. “Dankzij de AQSI-tool kunnen dergelijke inzichten ook op het niveau van het individuele gebouw in kaart worden gebracht.”

En dat is ook op financieel vlak de moeite waard. “Personeelskosten vormen negentig procent van de exploitatiekosten van een kantoorgebouw”, citeert Stappers een rapport van de World Green Building Council (2014). “Maar negen procent van de kosten zijn gebouwgerelateerd, denk bijvoorbeeld aan huur, en de energierekening is slechts goed voor één procent. Het is dus ontzettend zinnig om te kijken naar de gebruiker en de productiviteit van de werknemers. Meer aandacht voor akoestiek en betere verstaanbaarheid bijvoorbeeld, zal leiden tot minder stress en dus minder ziekteverzuim.”

AQSI – ontwikkeld in samenwerking met Nieman Consultancy en VACpunt Wonen – moet ondernemers gaan helpen om op een heel andere manier naar de gebouwde omgeving te gaan kijken om de waarde van de sociale ‘activa’ – de mens in de organisatie – te vergroten. Hiermee is de tool een praktische en pragmatische vertaalslag van de Europese norm EN 16309, die de sociale impact en prestaties van nieuwe en bestaande gebouwen beschrijft en kwantificeert. “Voor alle stakeholders in de sector, van architecten en ontwikkelaars, tot investeerders en pensioenfondsen is AQSI een handzame steun in de rug in de implementatie en waardering van sociale prestaties van een gebouw en daarmee voor een meer bestendige en winstgevende businesscase.”