Railsponsible NS

De duurzame performance van de NS is voor een belangrijk deel van toeleveranciers afhankelijk. Met behulp van een assessmenttool houdt de spoorvervoerder hun prestaties daarom bij. Omdat de Franse en Duitse spoorwegen veel van de leveranciers met de NS delen, gebruiken de partijen vanaf 4 maart dezelfde tool; de resultaten worden onderling gedeeld.

Wat laat deze case zien?
De NS begrijpt dat duurzame business geen standalone activiteit is. Samenwerking met partners én zelfs concurrenten is essentieel voor een duurzame prestatie van niet alleen de eigen onderneming, maar de gehele keten.

NS gaat samenwerking aan met SNCF en Deutsche Bahn
Gemeenschappelijke duurzaamheidstaal in treinenland

De afgelopen jaren is de keten van toelevering een steeds belangrijker item geworden in het duurzaamheidsdiscours. Het product dat bij de eindgebruiker terechtkomt, is immers slechts de laatste schakel in een lang proces. Voor een nauwkeurig duurzaamheidscijfer moet je de gehele keten betrekken, maar dat is niet zomaar iets, merkte NS.

“Er zijn 21 aspecten van corporate social responsibility waar we naar willen kijken. Te veel om zelf te doen. Daarom zijn we op zoek gegaan naar een tool; eentje die in het buitenland ook kan werken en voor alle inkoopcommodity’s kan worden toegepast”, zegt Bas van Kempen, manager bij NS Procurement. “En die hebben we gevonden bij EcoVadis.” Per CSR aspect volgt op basis van een assessment een score van 0 tot 100 en een overzicht van mogelijke risico’s. “Het mooie is dat je met die uitkomst concreet in gesprek kunt gaat met je leverancier.”

Gedeelde norm
De tool is een succes voor NS en vorig jaar werd de mijlpaal van de eerste honderd leveranciers gehaald. Toch zagen de spoorwegen ruimte voor verbetering. “We hebben binnen de spoorindustrie geregeld contact met de collega’s uit Frankrijk en Duitsland. Zou het dan niet logisch en handig zijn als we onderling afspraken maken over het gebruik van deze tool en het delen van de resultaten? Vaak hebben we immers dezelfde leveranciers.”

De samenwerking kwam van de grond onder de noemer Railsponsible. Behalve NS, Deutsche Bahn en SNCF doen ook industriepartners Alstom en Bombardier mee. “Het is niet alleen een kwestie van efficiency”, zegt Van Kempen. “Je ontwikkelt een gemeenschappelijke norm binnen de spoorindustrie, je spreekt eenzelfde taal als je het over CSR hebt.”

Van Kempen realiseert zich dat Railsponsible geen waterdicht controlesysteem is. “Een leverancier in Duitsland van ons is Knorr, dat op zijn beurt weer honderden onderleveranciers heeft. En die leveranciers hebben ook weer hun adresjes. Het is onmogelijk om de keten op al die niveaus te beoordelen. Wel hopen we dat ook onze leveranciers de tool gaan omarmen om hun leveranciers te assessen.”

Daarnaast verwacht Van Kempen dat de assessments, die nu nog primair op research gebaseerd zijn, geïntensiveerd zullen worden. “In de toekomst zullen wellicht ook on site assessments uitvoeren.” Daarover is onderling overleg belangrijk. “Het mooie van dit thema is, dat het bindt. We hebben als groep van vijf nu vijf of zes keer bij elkaar gezeten. Soms is dat best spannend of stroef, maar je hebt dezelfde doelstellingen. Als je die deelt, word je het over de details ook wel eens.”